Je naam is het symbool van je identiteit
Pandit Bhasker Rewti
Wanneer we naar de geschiedenis kijken dan zien we dat India (hierna ‘Bhārat’ genoemd omdat deze naam de officiële naam is) ongeveer 900 jaar is leeggeplunderd door invallers, bezetters en onderdrukkers die continu hebben getracht de lokale cultuur te vernietigen. De invallers, bezetters en onderdrukkers kwamen uit het noorden en namen de Islam en de Koran mee. Daarna is Bhārat ingevallen, bezet en onderdrukt door Portugezen, Fransen, Nederlanders en Engelsen. Wil men een volk vernietigen dan moet men de afkomst, cultuur, alle eigen namen en alle herinneringen die aan de afkomst verbonden zijn vernietigen. Het vernietigen en afpakken van de cultuur en godsdienst van de Indiase (hierna Bhāratse) inwoners hebben de moslims continu tijdens de bezettingsperiode uitgevoerd. De Engelsen vielen vanuit de oostkust Bhārat binnen en de vernietiging van de Bhāratse levenswijze en cultuur werd voortgezet. De Engelsen namen de Bijbel mee en er werden duizenden kerken gebouwd. Zowel de moslims als de Engelsen hebben de veranderingen en de vernietigingen naar hun eigen zin en stijl doorgevoerd. We zien dat hierdoor onder andere plaatsnamen in Bhārat zijn veranderd.
De namen van plaatsen werden veranderd
Enkele voorbeelden: Karṇavatī werd Ahmedabad, Saṁbhajī Nagar werd Aurangabad, Ānand Nagar werd Ahmed Nagar, Mumbai werd Bombay, Kōlkātā werd Calcutta, Chēnnai werd Madras. Agrāvan werd veranderd in Agra, Prayāgrāj werd veranderd in Allahabad, et cetera.
Tempels werden veranderd in moskeeën
Maar ook onze Bhāratse tempels werden afgebroken en op dezelfde plaatsen werden dan moskeeën gebouwd. Enkele voorbeelden. De naam van bijvoorbeeld de Śiva mandir in Agra die Tējō Mahālaya heette werd veranderd in Taj Mahal. De Rāma Janmabhūmi tempel in Ayōdhiyā werd de Babri Mahdjid, de Kāśī Viśvanāth tempel werd de Gyanvapi Moskee, de Kṛṣṇa bhūmi tempel werd de Shah Idgah moskee, Ādināth tempel werd de Adina Moskee, de Bhadrakālī tempel werd de Jama Mahdjid, et cetera.
De namen van land en volk werden veranderd
Ook de naam van het land, cultuur en godsdienst zijn na de invasie veranderd.
Het vernietigen van het kenniscentrum van de Bhāratse inwoners
Takṣaśilā was de eerste en grootste internationale universiteit ter wereld, gevestigd rond 500 jaar voor Christus in het oude onverdeelde noorden van Bhārat. Tegenwoordig is de plaats waar het gebouwd was Pakistan geworden. Takṣaśilā is door de Hunnen vernietigd. De Vēdische Nālandā Universiteit in Bihār is door de Turkse moslims onder leiding van Bakhtiyar Khilji geplunderd, de studenten werden verkracht en onthoofd, alle boeken zijn verbrand en uiteindelijk is de universiteit vernietigd en platgebrand.
Bekeringen en verandering van de eigen naam
- De moslims hebben gedwongen bekeringen toegepast. U had de keuze tussen vermoord worden of moslim worden. Of, als niet moslim moest u zware belastingen betalen. Vele arme mensen waren toen door de Belastingmaatregel gedwongen om moslim te worden. De eigen hindoenaam werd dan gelijk veranderd in een moslimnaam.
- De Puranische Sanātana pandit baba’s, die het kastenstelsel hebben gebracht, hebben ook ertoe bijgedragen dat de allerlaagste kasten vrij snel werden overgehaald om moslim te worden. Immers bij de Purāṇische Sanātana Dharma hadden ze helemaal geen rechten. De Purāṇische pandit baba’s hadden bepaald dat de spijtoptanten niet het recht hadden om terug te keren naar de Sanātana Dharma. Zij vonden dat bekeerde arme mensen tot Islam onrein waren geworden.
- De Engelsen brachten het Macaulayisme en er werden duizenden kerken gebouwd. Bhāratse mensen werden bekeerd tot het christendom. Deze bekeringen gaan tot en met heden in volle vaart nog door. Als je een christen wordt dan wordt je naam ook veranderd in een christelijke naam.
Wat is Macaulayisme? Engeland heeft de vraag gesteld “Hoe kunnen we de inwoners van India zodanig veranderen dat ze uiterlijk op Indiërs lijken maar van binnen Engelsen worden? Het antwoord is gegeven door Lord Macaulay: “Pak hun taal, cultuur, namen en hun identiteit af en geef Indiërs het gevoel dat wanneer ze Engels praten, dat ze dan superieur zijn”. Het plan van Lord Macaulay werd letterlijk uitgevoerd. Gurukula’s (kostscholen waar naast wetenschap ook Sanskriet lessen werden gegeven) werden vernietigd en de taal Sanskriet werd verboden. Verder zijn ze ook doorgegaan met het zoveel mogelijk veranderen van (plaats) namen in Bhārat. Dit beleid hebben ze trouwens ook in Brits-Guyana toegepast. Onze broeders in Guyana kunnen bijna geen Hindi meer spreken.
In Bhārat wordt soms de term “Macaulay’s Children” gebruikt om te verwijzen naar mensen van puur autochtone afkomst die de westerse cultuur als hun eigen levensstijl hebben overgenomen. Een “halfbloed” kind voelt zich superieur in Bhārat. Onze Bhāratse inwoners zijn inderdaad geworden zoals de Mahā-guru Lord Macaulay het had gewild, namelijk geen Bhāratse maar Hindoestaanse Indiërs met een bruine huidskleur en wonend in Bhārat. Daardoor uiten veel mensen in en uit Bhārat zich in het Engels, soms vooral om aan te geven dat ze beter ontwikkeld zijn dan mensen die alleen Hindi of hun eigen moedertaal spreken. Het is zelfs zo ver gekomen dat veel mensen in Bhārat geen zuiver Hindi meer kennen of hun moedertaal niet meer kunnen spreken. Er zijn in Bhārat ongeveer 415 levende talen. De trots dat ze bruine Engelsen zijn raast al een sneltrein nog steeds voort in Bhārat en bij Bhāratse mensen in het buitenland.
Bij de bekeringen door moslims en christenen worden nog steeds de hindoenamen veranderd in moslim- of christelijke namen. Deze verandering heeft ten doel je verleden te doen vergeten en je identiteit te vernietigen. Tegenwoordig mogen in Bharat bekeerde christenen geen contact meer hebben met hindoes omdat de christenen bang zijn dat ze weer hindoes worden.
India is op 15 augustus 1947 onafhankelijk geworden. Na de onafhankelijkheid is het land geregeerd door moslims en christenen, namelijk de Nehrū-Gandhi clan. De vernietiging van de Sanātana Dharma dendert na de onafhankelijkheid van Bhārat nog steeds voort. Onze geleerde pandits werden in 1990 uit Kashmir verdreven. De overheid geleid door de Nehrū-Gandhi clan deed niets om dit te voorkomen. Maar wanneer een bewuste Indiër deze christelijke en moslimbekeringen in Bhārat een halt wil toeroepen, 900 jaar vernietiging van Bhārat wil corrigeren, dan word je gebombardeerd tot niet seculiere, nationalistische, fundamentalistische en fanatieke hindoe die moslims en christenen vervolgt. Voor de wereld doen de moslims en christenen zich dan zielig voor. Dit is kennelijk de reden dat er weinig positief nieuws door westerse journalisten in Europa wordt verspreid. Zodra er echter iets negatiefs gebeurt dan komt het nieuws in grote krantenkoppen in heel Europa.
Mensen in Bharat zijn ongeveer 900 jaar onderdrukt en gehersenspoeld. Het lijkt alsof deze onderdrukking in onze genen is gaan zitten. “Wij vinden alles goed en alle goden zijn hetzelfde” is ons karakter geworden. We komen niet meer op voor onze cultuur en levenswijze. We schamen ons om te zeggen: “Ik ben Bhāratīya of mijn voorouders komen uit Bhārat en mijn godsdienst (het woord religie en godsdienst is gebonden aan Islam en het Christendom) is, neen, mijn levenswijze is de Sanātana Dharma. Hebben wij geen Vēdische ruggengraat meer? Wordt het nu geen tijd om als Sanātana Dharma met de Vēda’s (de ware bron van Sanātana Dharma) in de hand, bewuster in het leven te staan? Wordt het geen tijd om uw gedrag en de effecten van uw gedrag te bekijken? Wordt het geen tijd om over je gevoelens te praten en over wat 900 jaar onderdrukking heeft opgeleverd? Wordt het geen tijd om uw achtergrond en uw eigen geschiedenis te onderzoeken? Wordt het geen tijd om na te denken hoe we minimaal kunnen bijdragen aan de bewustwording van onszelf en onze kinderen? Kunnen we deze bewustwording ook thuis beginnen met de opvoeding van onze kinderen? Wordt het geen tijd om onze kinderen te laten groeten door met de handen bijeengebracht voor het hart het woord namastē te zeggen? Het is verbazingwekkend dat zelfs kinderen van 5 jaar oud zich schamen om de handen bijeen te brengen en geen namastē willen zeggen. Wordt het geen tijd om onze kinderen hun identiteit te geven door de juiste namen bij de geboorte mee te geven waarop ze trots kunnen zijn? Onze kinderen verdienen het om hun eigen identiteit te hebben.
Namen aan onze kinderen geven
Een van de 16 Vēdische saṁskāra’s is de “Nāmakaraṇam Saṁskāra”. Dit is de 5e saṁskāra. De Nāmakaraṇam saṁskāra is een ceremonie om het kind een voornaam te geven. Niet zomaar een willekeurige naam, maar een naam met betekenis. Een naam die de wens van de ouders uitdrukt en gedragen kan worden door de maatschappij. Een naam die het kind stimuleert de doelen te bereiken die de naam suggereert. Ik zal het duidelijk maken aan de hand van 2 voorbeelden waarom een betekenisvolle naam zo belangrijk is:
- Stel dat u een bedrijf wilt oprichten maar u geeft het geen naam. Hoe wilt u dan bekend worden? Een passende naam geven is essentieel voor uw bedrijf. Stel u wilt een advocatenkantoor beginnen en uw kantoor heet “Advocatenkantoor belazeren”. Stel dat u een olifant cadeau hebt gekregen. U noemt uw olifant “mijn kaboutertje”. Voelt u dat deze namen niet kloppen?
- Stel dat de wetenschapper Newton aan zijn ontdekking geen naam zou geven. Is dan deze kennis niet begrensd en alleen beschikbaar voor hemzelf. Door een naam te geven en te vertellen wat zwaartekracht is, heeft hij de wereld verteld wat hij heeft ontdekt.
Inderdaad. Als er iets nieuws in ons leven komt moet daar een passende naam aan worden gegeven. Als u bekendheid wilt geven aan uw vinding zult u er een naam aan moeten geven en vertellen wat het doet en waarvoor u het kunt gebruiken. In de wereld is er zelfs een octrooi op namen. Als u dit doet, dan komt er bekendheid in de samenleving, de maatschappij en de hele wereld. Dit veroorzaakt een herkenning bij alle mensen. De naam vertelt iets over uw bedrijf en het product.
Als we deze gedachte doortrekken naar de namen van onze kinderen dan zouden we ook mooie, passende namen kunnen geven die de wens van de ouders uitdrukken. De maatschappij krijgt dan een indruk van wat voor identiteit de persoon heeft. Er zijn heel veel mooie namen die in de Vēda’s en in alle overige Vēdisch gerelateerde boeken voorkomen. Er zijn mooie namen te vinden in onze geschiedenisboeken zoals de Ramāyana en Mahābhārata. Deze namen bepalen uw identiteit. Het zegt iets over wie u bent, wat uw achtergrond is, wat de wensen zijn geweest van de ouders en wat van u verwacht kan worden. Het geeft je een identiteitsgevoel. Het zegt iets over je geschiedenis, je voorouders en waar je vandaan komt.
Is er een reden te verzinnen waarom u uw eigen identiteit zou willen verliezen door uw kind een naam te geven die niet uit uw eigen cultuur komt? Zijn we dan niet trots op onze eigen namen, cultuur en gewoontes? Zou u deze trots niet door willen geven aan uw kind zodat u de identiteit van uw kind niet afpakt? Door geen naam uit uw eigen cultuur te geven brengt u uw kind later in verlegenheid en u pakt de identiteit van het kind af. Het klopt gewoon niet wanneer later iemand vraagt “hoe heet je” en het antwoord is “Kees”, terwijl uw kind bruin is en daal, bhaat, roti en chutney eet. Er zijn verschillende psychologen, zoals de Duitse psycholoog de heer Jochen Gebauer, die het bovenstaande bevestigen. Hij zegt dat de naam iets vertelt over wie u bent. Uw naam is sterk verbonden met uw identiteit. Een passende naam maakt u gelukkiger.
Een naam is slechts een woord, maar een woord kan behoorlijk krachtig zijn. Een naam geven aan het kind is het schenken van een woord met een bijzondere betekenis dat voortaan levenslang als roepnaam zal worden gebruikt. Iedere keer wanneer het kind wordt aangesproken met de voornaam zullen, bewust of onbewust, de gevoelens van het kind positief worden geraakt. De betekenis daarvan zal het kind inspireren om te begrijpen wat de wensen zijn van de ouders. Dit inspireert het kind om een goed mens te zijn. Het zal de gevoelens en het karakter van het kind beïnvloeden.
Zouden namen van dieren en dingen het kind inspireren? Namen als Gaṅgā (de Ganges rivier) of Tōtā (papegaai) zijn weinig inspirerend. Namen om niet trots op te zijn en die het kind in verlegenheid kunnen brengen dienen ook te worden vermeden.
Aan welke eisen zou een naam dan moeten voldoen?
- De naam moet het kind positief inspireren, een goed gevoel geven en prikkelen om na te denken wat van hem/haar wordt verwacht.
- De naam moet niet te lang en gemakkelijk uit te spreken zijn.
Voornamen met mooie volle beginletters, die in de dagelijkse omgang zo weinig mogelijk misvormd kunnen worden zijn geschikt om te dienen als roepnaam. Deze naam moet het liefst 2 tot 4 lettergrepen bevatten. Het belangrijkste is dat de namen kort, krachtig en gemakkelijk uitspreekbaar moeten zijn. Tevens dient het mooi te klinken en een positieve, inspirerende betekenis te hebben.
***
Saṁskāra Bhāskara – de zestien Vedische Saṁskāra’s en de vier levensdoelen dharma, artha, káma en móksha | Auteur/uitgave Bhaskar Rewti 2021 Zoetermeer | ISBN 9789082710649 | hardcover pp. 288 | prijs 15 euro (excl. verzendkosten). U kunt dit boek bestellen via brewti@gmail.com
De opbrengst van dit boek gaat naar de Stichting voor Armen en Wezen ten behoeve van de inrichting van een in aanbouw zijnde polikliniek voor de allerarmsten in het dorpje Padampur (Órisa, India). Voor meer informatie over SAW zie: www.armenenwezen.nl