Prānā Pratiṣṭha en Avatāra

Prānā Pratiṣṭha en Avatāra

Een boodschap gericht aan degenen die leven volgens de Vēdische Sanātana-dharma, in het licht van de opening van de Rāma-mandir in Ajōdhyā.

Sinds het begin van de schepping hebben we geleefd in overeenstemming met de Vēda’s, die dienen als de bron van de juiste Sanātana-dharma. De Vēda’s worden gekenmerkt door wetenschappelijkheid en bieden een levenswijze zonder geloof in zaken die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Paramātmā, als alomtegenwoordige energie, doordringt alles en iedereen in het universum. Deze energie zet materie in beweging, waardoor creatie en schepping ontstaan.

Tijdens de Mahābhārata werden tal van geleerden gedood, wat resulteerde in een vacuüm in de Vēdische kennis. Als reactie hierop begonnen mensen die de macht naar zich toe wilden trekken hun eigen geschriften te produceren, zoals de Purāṇa’s, waardoor er een verandering optrad in de filosofie van de Vēdische Sanātana-dharma. In deze Purāṇa’s werden de Vēdische mantra’s gebruikt om talloze krachtige, soms seksueel geladen, onwerkelijke verhalen en mythen te beschrijven onder de noemer van Sanātana dharma. Hierdoor is de zuivere aard van onze Vēda’s aangetast door onzuiverheden. Bovendien werden in tegenstelling tot de Vēda’s, in de Purāṇa’s de rechten van vrouwen ontnomen. Vrouwen mogen bijvoorbeeld geen “Gāyatrī mantra reciteren of de Gāyatrī mantra mag niet hardop worden gereciteerd. “ Dit heeft geleid tot een tendens in Bharat waarbij men vaak alleen maar zonen wil verwekken. Vrouwen zijn alleen maar een lastpost. Een voorbeeld hiervan is dat bijvoorbeeld tijdens een Purāṇische huwelijk de vader van de bruid heel nederig de voeten van zijn aanstaande schoonzoon moet wassen.

Twee opvallende veranderingen in deze eeuwenoude Vēdische Sanātana dharma wil ik benadrukken:

1.⁠ ⁠Prānā Pratiṣṭha. Prāṇa Pratiṣṭha is een ritueel binnen de Purāṇische-dharma waarbij levenskracht (prānā) wordt geïnfuseerd in een beeld of heilig voorwerp. Het woord “prānā” verwijst naar de universele levenskracht die inherent aanwezig is in alles, terwijl “pratiṣṭha” duidt op het vestigen of invoegen ervan. Hierdoor kan een Purāṇische paṇḍit levenloze materie, zoals een beeld, tot leven wekken door middel van specifieke spreuken. Soms wordt er ook misbruik gemaakt van mantra’s uit de Vēda’s om dit te bewerkstelligen. Dit ritueel wordt vaak uitgevoerd om een goddelijke aanwezigheid te verankeren in een beeld of heiligdom, waardoor het een object van verering wordt. Tijdens de Prāṇa Pratiṣṭha-ceremonie reciteert een Purāṇische pandit mantra’s en voert verschillende rituelen uit om de goddelijke energie in het beeld op te roepen. Hierdoor wordt het mogelijk om voedsel en drank aan het beeld te offeren (carhāve).
Opmerkelijk is dat de Purāṇische pandits overleden mensen met deze verzonnen ślōka’s niet opnieuw levend kunnen maken. Er is slechts één Ātmā voor een bepaald specifiek beeld. Over de hele wereld bestaan er duizenden afbeeldingen van dezelfde heilige persoon. In welk van deze beelden zou de ware Ātmā van die persoon zich bevinden?

2.⁠ ⁠Avatāra. Binnen de Sanātana-dharma gelooft men dat Paramātmā 24 keer op aarde zal neerdalen. Van deze neerdalingen heeft Hij er al 23 voltooid. De 21e keer verscheen Hij als Bhagavān Rāma, de 22e keer als Bhagavān Kṛṣṇa en de 23e keer als Bhagavān Buddha. De 24e keer zal Bhagavān verschijnen als “Kalki.” Wanneer Kalki zal neerdalen is nog niet bekend. De Yajurvēda 32.3 verklaart: “Na tasya pratimā asti,” Dit betekent: U kunt geen beelden van Paramātmā maken. Naast deze mantra’s zijn er vele andere mantra’s die benadrukken dat Paramātmā niet in een beeld kan worden uitgedrukt. Dit kan gewoonweg niet omdat Paramātmā een universele energie is. Op dit moment zijn alle neerdalingen van de Purāṇische heilige personen overleden en de 24e neerdaling moet nog komen. Dus iedereen, ook de purāṇische gelovigen moeten onherroepelijk accepteren dat op dit moment Paramātmā ook energie zoals de Vēda’s vermelden.

Het is met bijzondere trots dat we vandaag het respect voor Bhagavān Rāma mogen ervaren, wiens naam vereerd wordt door de recente opening van een mandir. Bhagavān Rāma was niet alleen een Vēda-geleerde, maar leefde ook in overeenstemming met de Vēda’s en de zuivere, onveranderde Sanātana-dharma. Zijn formele opleiding voltooide hij in de gurukula (kostschool) onder leiding van Ṛṣi Vaśiṣṭha. Śri Rāma onderscheidde zich als een hoogopgeleid individu en belichaamde de wetenschappelijke principes van de Vēda’s in zijn levenswijze. Bhagavān Rāma verdient respect.

Het is belangrijk op te merken dat bepaalde veranderingen, zoals de eerder genoemde Prānā Pratiṣṭha en het concept van Avatāra, niet afkomstig zijn uit de oorspronkelijke Vēda’s. Dergelijke aanpassingen kunnen niet worden beschouwd als integraal deel van de originele “Sanātana-dharma” uit de wetenschappelijke Vēda’s.

Like this article?

Share on Facebook
Share on Twitter
Share on LinkedIn
Share on whatsapp

Door de site te blijven gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.

Sluiten